Interview: Tussen het mooie en het lelijke – 10 jaar met huisontwerper Sacha van den Haak
Wellicht zag je ‘m de afgelopen weken al in Utrecht hangen: een medium lelijke gitaartaart, al 35 jaar voor de fijnproever. Of de HIER IS EKKO-vlaggetjes die eerder dit jaar in heel de stad opdoken. Beide campagnes ontwikkelden we samen met onze vaste ontwerper Sacha van den Haak. Niet alleen viert EKKO zelf een jubileum dit jaar, ook op onze samenwerking met Sacha blazen we dit jaar kaarsjes uit: tien welteverstaan! Voor de gelegenheid namen we samen met hen de afgelopen tien jaar ontwerpen voor EKKO door.
Tekst: Vera Vaessen
Beeld: Sacha van den Haak / Kok Pistolet voor EKKO
De eerste campagne die je ooit maakte heette ‘Waar is EKKO’, de jubileumcampagne van dit jaar stelt dezelfde vraag. De omstandigheden zijn nu natuurlijk anders, maar: de cirkel is rond.
“Ja, dat was inderdaad het idee voor die laatste campagne, het leek me mooi als we daar een volledig verhaal van konden maken. De eerste was natuurlijk ‘Waar Is EKKO’ en de tweede was meer ‘Hier is EKKO’, dat was ook een tekstueel spel.”
Hoe ben je ooit bij EKKO terechtgekomen?
“Heel lang geleden maakte ik met de hand postertjes voor een bandavond in Utrecht, genaamd Vette Analoge Shit. Dat was toen opgemerkt door Le Guess Who?, door Johan [Gijsen, directeur van Le Guess Who?, red.] en toentertijd ook Cas Boland. Zij hadden me gevraagd om een campagne te maken voor het festival. Onder Kok Pistolet, mijn ontwerpbureau dat ik samen met Floris Schrama deed, heb ik die toen gemaakt. Dat hadden Lars [Terhost, oud-marketeer bij EKKO, red.] en Marlies [Timmermans, directeur, red.] gezien, zij vonden het tof. Zo zijn Floris en ik toen bij EKKO terechtgekomen.”
Je werkt nu 10 jaar voor EKKO. Hoe heeft de samenwerking zich ontwikkeld in die tijd?
“EKKO is als enige nog overgebleven uit de Kok Pistolet-periode. De campagnes voor EKKO liggen altijd heel dicht bij mij, bij hoe ik naar dingen kijk: het zijn altijd best wel typische campagnes, met een beetje stomme inzichten, die wel altijd een soort diepere laag met zich meedragen. Het voelde eigenlijk heel logisch om de klussen voor EKKO wel nog te doen. En ik vind EKKO als plek ook heel tof, ik ben er vaak geweest.”
Wanneer was je hier voor het eerst?
“Echt geen idee. Ik denk een avond Diep In de Groef.”
In welk jaar?
“Ik weet het echt niet meer. 2006? 2007? Of zo?”
Wat was je hoogtepunt?
“Ik vergeet al-les. Wat ik wel heel vet vond was IDLES, bij het afscheid van Eduard [Versteege, oud-programmeur van EKKO, red.]. Ik heb er ook zelf een keer gespeeld: ik had een band, The Walt. We speelden in het voorprogramma van… weet ik niet meer. En alle Diep In De Groef-avonden, daar ben ik zo vaak geweest.”
Hoe ga jij meestal te werk als je iets voor EKKO maakt? Heb je heel veel ideeën, bedenk je meestal iets in één keer?
“Het verschilt heel erg. Soms heb ik ineens een idee waarvan ik denk: dit is lachen, dit moeten we doen. En soms is het meer in gesprek, bijvoorbeeld bij de Omarm-campagne van vorig jaar.”
“Bij de taart-campagne was het dan weer heel snel. Ik had heel veel Nailed It! gekeken, ken je dat? Daar moeten mensen die denken dat ze kunnen bakken een heel uitgebreide taart maken binnen een bizar tijdsbestek. Binnen een uur of zo. Daar komt altijd zulke lelijke shit uit. Dat soort lullige dingen spreken bij mij altijd heel erg tot de verbeelding: het is zo onaf, soms tot het ongemakkelijke toe. Dat zie je niet zoveel in het straatbeeld. Dat vond ik wel passend bij EKKO: die dubbele laag, die spot die je als poppodium laat zien. Vroeger heeft mijn moeder een keer een taart voor me laten maken bij de bakker in de vorm van een gitaar, die zag er dus gewoon uit als een tennisracket. Het is echt lastig om een goede taart te maken.”
Over je moeder gesproken, die is in 2019 een heus icoon geworden voor EKKO, in de ‘Anders ga je toch lekker naar EKKO’-campagne. Wat vond Adrie ervan toen je haar hiervoor vroeg?
“Ze zei toen gelijk: “Maar dat kan ik toch helemaal niet?” Maar ik zei: “Ik weet zeker dat je het wel kan.” Ik tekende vaak letters met de hand, maar op een gegeven moment kun je dat zo goed, dat je jezelf niet meer verrast. Toen wilde ik iemand vragen die dat nooit doet, zoals mijn moeder. Het leek me ook leuk om dat met z’n tweeën te doen en uiteindelijk was het hartstikke lachen. Ze was een beetje zenuwachtig, maar ze vond het wel leuk.”
Wat kan Adrie ons leren over grafisch ontwerp?
“Dat je met een hernieuwde naïviteit kan kijken naar wat je doet. Iemand voor de eerste keer iets zien doen wat diegene nog nooit heeft gedaan, dat vind ik te gek.”
Is ze wel eens in EKKO geweest? Ik denk dat zij wel onbeperkt gastenlijst heeft verdiend met die campagne.
“Dat plan stond wel, maar toen kwam corona en werd het aanzienlijk lastiger. Ik zit ook een beetje te kijken wat leuk is voor haar om naartoe te gaan, het is niet alsof De Dijk in EKKO komt spelen, weet je.”
Heb je wel eens een idee gehad voor EKKO dat is afgeschoten, waarbij je het heel jammer vond?
“Na die eerste ‘Waar Is EKKO’-campagne maakten Floris en ik ‘Dans je Wacko in de EKKO’. Het idee daarvan was dat we heel grote trekpoppen zouden maken die het publiek kon laten dansen. Er zijn veel mogelijkheden qua ideeën, maar soms loop je tegen dat soort restricties aan. En wat voor de een lelijk is, is voor de ander mooi. Je moet echt proberen om dat randje op te zoeken, met het risico dat het helemaal niet werkt. Ik heb ook wel eens iets gemaakt waarvan ik dacht: is dit gaaf of gewoon heel erg slecht? Waar zit die ongemakkelijkheid in en wanneer ga je er gewoon helemaal overheen?”
Zat er een campagne op dat randje?
“In 2019 bedacht ik de campagne waarin we EKKO bekroonden tot ‘best venue of Utrecht Centre-North’. Daarbij dacht ik: dit is wel héél flauw. Het ligt er natuurlijk aan hoe mensen dat interpreteren. Er zit altijd een soort absurdisme in, dat je denkt: wat de hel? En de campagne waarvoor we posters maakten met “EKKO, leuker dan een pijl in je nek”. Gaan mensen dat snappen als ze EKKO niet kennen? Maar als je er een goede vorm voor zoekt, dan werkt het wel.”
Ik meen me ook een reeks video’s te herinneren voor een Anti Climax Oud & Nieuw-feest, waarbij je ASMR deed met sterretjes en poedersuiker snoof.
“Dat was helemaal niet mijn idee. Ik heb wel de poster voor dat evenement gemaakt, maar die video’s heb ik niet bedacht. Daar hebben ze me voor gevraagd. Ik heb er eigenlijk echt een hekel aan om voor de camera te staan.”
Maar je hebt wel ja gezegd?
“Ja, toen heb ik dat gedaan, maar dacht ik achteraf: kut, wat heb ik gedaan. Jeetje, die campagne was ik alweer helemaal vergeten. Dat was echt niet best, die poedersuiker.”
De Zon en Maan-campagne in 2017 was dan weer heel anders.
“Ja, klopt, veel sferischer. Maar tegelijkertijd zat daarbij ook weer een soort absurditeit in wat we aan het doen waren. We wilden namelijk oorspronkelijk ons lichaam laten wegzweven, zodat je een zwevende zon en maan zou zien. Omdat het landschap heel groen was, kozen we voor rode in plaats van groene pakken, als een green screen. Maar toen bleek dat in het goud van die zon veel rood zat. En wij konden natuurlijk helemaal niet werken met die programma’s. Het rood zag er ook nog eens best vet uit, dus hebben we het maar gewoon zo gelaten. Wat wij deden was vaak best een beetje… smutzig… of zo. Dat je bijna denkt: als ik een rood pak aantrek en een prop aluminium op mijn kop doe, kan ik ook een maan zijn.”
Tot slot: is EKKO echt leuker dan een pijl in je nek?
“Ik hoop het wel. Vind jij van niet, dan? Denk je soms, jezus, had ik maar een pijl in mijn nek?”